ESG – Environmental, Social and Governance

De hervormingen van het Burgerlijk Wetboek (Boek VI): Onrechtmatige daad en duurzaamheid

Published on 26th Mar 2024

Dit is het tweede deel in onze reeks over de wijzigingen in het Belgisch recht als gevolg van de recente hervormingen van het Burgerlijk Wetboek (Boek VI). U kan hier de inleiding terug vinden.

Eén van de nieuwe bepalingen van Boek 6 betreft de plicht om schade te voorkomen. Met name bepaalt art. 6.28 dat de kosten van dringende en redelijke maatregelen, die door de benadeelde partij zijn genomen om dreigende schade of de verergering van schade te voorkomen, ten laste vallen van de aansprakelijke of degene die aansprakelijk zou zijn geweest, indien de schade zich zou hebben voorgedaan, zelfs als deze maatregelen vruchteloos zijn geweest. De rechter kan de aansprakelijke een bevel of verbod opleggen dat er op gericht is om de verergering van de

schade te voorkomen die zou kunnen ontstaan door de herhaling of verderzetting van het schadeverwekkend feit.

Als zodanig codificeert het nieuwe Boek 6 ook impliciet één van de belangrijkste rechtsbeginselen van het milieurecht; nl. het preventiebeginsel. Dit beginsel houdt in dat milieuschade zoveel als mogelijk moet worden voorkomen in plaats van worden hersteld. Het vereist dat preventieve maatregelen worden genomen om milieuschade te anticiperen en te voorkomen voordat deze schade zich voordoet. Het preventiebeginsel is ook gecodificeerd in art. 191 VWEU.

Anderzijds wordt het nieuwe Boek 6 bekritiseerd omdat het enkel focust op schadevergoeding bij aantasting van juridisch beschermde persoonlijke belangen (art. 6.24), en niet op de schadevergoeding voor collectieve belangen. Dit laatste zou een daadwerkelijke vordering voor milieu- en ecologische schade in de weg staan, zeker gezien de huidige Belgische rechtspraak. In de parlementaire voorbereidingen wordt deze kritiek weggewuifd, verwijzend naar het feit dat het recht op een gezond milieu erkend wordt in verschillende nationale en internationale instrumenten. Bijgevolg zou er geen twijfel over bestaan dat de ecologische belangen door de Belgische rechtsorde beschermd worden.

Bovendien bepaalt Boek 6 dat een fout mede gedefinieerd wordt door rekening te houden met de stand van de techniek en de wetenschappelijke kennis (art. 6.6, §2, lid 2, 3°). Producenten zijn specifiek vrijgesteld van aansprakelijkheid als ze kunnen aantonen dat het voor hen onmogelijk was om het bestaan van het gebrek aan hun producten te ontdekken op basis van de stand van de wetenschappelijke en technische kennis op het moment dat het product in omloop werd gebracht (art. 6.48, lid 2, e)). Dit kan het ook moeilijker maken om schadevergoeding te eisen voor bepaalde milieuschade.

De wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van nucleair recht wordt niet gewijzigd door het nieuwe Boek 6, maar blijft geregeld door de wet van 22 juli 1985.

Gezien het voorgaande is het Belgische aansprakelijkheidsrecht wel enigszins hervormd met als doel meer rekening te houden met duurzaamheid, maar had de Belgische wetgever hierin nog verder kunnen gaan. De nieuwe wetgeving zal een aanzienlijke impact hebben op de aansprakelijkheid van aannemers en de algemene rechtspositie van alle onderaannemers, rekening houdend met de specifieke maatregelen voor de aanpak van milieuschade.

Read here in English.

Lire ici en français.

Follow
Interested in hearing more from Osborne Clarke?

* This article is current as of the date of its publication and does not necessarily reflect the present state of the law or relevant regulation.

Connect with one of our experts

Interested in hearing more from Osborne Clarke?